1922
- :: valentijn ::
- Feb 11
- 9 min read
Updated: Feb 22

Even terug naar de uitnodiging van Jef Leempoels aan koningin Elisabeth, via haar secretaris, baron de Traux. Het paleispersoneel heeft waarschijnlijk vrij gekregen tussen kerst en nieuwjaar, want de Traux bezorgt de invitatie pas op 3 januari aan de koningin.
03.01.1922 | NOTA VAN DE TRAUX AAN KONINGIN ELISABETH

De koningin reageert met een notaatje linksboven op het blad: ‘oui mais attendre’ en daaronder haar paraaf ‘el’. De Traux gehoorzaamt de koningin en wacht nog even alvorens te antwoorden.

Dankzij minister Destrée hebben de artiesten nu een zekerheid rond het volgrecht, maar Jef Leempoels ziet nog altijd een gat dat hij graag ook gedicht zou zien: de authenticatie van kunstvoorwerpen.
In de eindejaarsperiode heeft hij zijn ideeën uiteengezet in een lange brief die op 22.12.1921 al door ‘Le Soir’ aangehaald werd. Meer dan waarschijnlijk heeft Leempoels die uiteenzetting naar diverse krantenredacties gestuurd. Net na nieuwjaar publiceert ‘la Nation belge’ de volledige versie.
03.01.1922 | LA NATION BELGE

. . .

In het eerste deel van zijn brief verwijst Leempoels duidelijk naar de veiling van de collectie van Ch.-Léon Cardon, in juni 1921; in zijn ogen een lamentabel schouwspel en niet voor herhaling vatbaar.
‘Le Soir’ en ‘La Métropole’ nemen halverwege januari de draad van het verhaal ook weer op en verwijst naar de stappen die in Frankrijk ondernomen zijn om een ‘Service d’études artistiques’ op poten te zetten.
15.01.1922 | LE SOIR

Jef Leempoels, duidelijk blij met de aandacht die zijn idee krijgt, haast zich om zijn vrienden in de Verenigde staten op de hoogte te brengen:
11.02.1922 | AMERICAN ART NEWS

Op 11 februari antwoordt baron de Traux eindelijk op de uitnodiging van Leempoels.
11.02.1922 | ANTWOORD VAN DE TRAUX AAN LEEMPOELS

Drie dagen later stuurt de schilder een reactie aan de Traux. De uitnodiging aan de koningin was blijkbaar heel erg persoonlijk bedoeld; een unieke kans om ongestoord zijn werk te bewonderen terwijl hij de opstelling voor de tentoonstelling in Galerie Le Roy voorbereidde. Misschien had hij het wat duidelijker moeten verwoorden in zijn originele brief…
14.02.1922 | ANTWOORD VAN LEEMPOELS AAN DE TRAUX


Te merken aan Elisabeth’s paraaf in rood potlood rechts bovenaan, heeft zij de brief van Leempoels wel degelijk onder ogen gekregen maar geen enkele krant maakt later melding van haar bezoek aan de tentoonstelling in Galerie Le Roy.
Het zal voor een andere keer zijn…
14.02.1922 | L’INDÉPENDANCE BELGE

Een dag later verschijnt onderstaand stuk. Leempoels wordt hierin zwaar bewierookt en dat lijkt bij sommige mensen in het verkeerde keelgat te schieten…
15.02.1922 | LE SOIR

17.02.1922 | DE SCHELDE


Bij de kunsthandelaar Albert Kende in Wenen krijgen geïnteresseerden 4 dagen de tijd om ruim 600 kunstwerken te bekijken, afkomstig uit ‘hoog-aristocratische nalatenschappen’. Op 20, 21 en 22 februari 1922 worden ze verkocht. Er zijn 188 schilderijen bij en ‘Pendant l’office’ van Leempoels heeft volgnummer 96. Met een schattingsprijs van 2500 Deutsch-Öesterreichische Kronen, moet het slechts 4 andere werken laten voorgaan.

Jef Leempoels heeft ter gelegenheid van zijn retrospectieve, in de Galerie Leroy ‘een drukwerkje in eigen beheer’ uitgegeven. Sommigen noemen het een ‘brochure’, anderen een ‘pamflet’. In afwachting dat dit nog ergens in een archief opduikt, hebben we het gissen naar de precieze inhoud. Maar uit de commentaren is duidelijk dat Leempoels zijn kunst wil verdedigen en daarom zijn eigen lofrede geschreven heeft, compleet met alle titels, onderscheidingen en medailles. En hij geeft de indruk zichzelf op de ‘walk of fame’, tussen een aantal grote namen, te willen plaatsen.
‘De Schelde’ krijgt gelijk... deze tentoonstelling zal aanleiding geven tot polemieken en redetwisten.
De eerste commentaar na de opening is van de hand van Charles Bernard in ‘La Nation belge’. In tegenstelling tot een paar jaar eerder, zijn er ditmaal geen loftrompetten voor het werk van Leempoels. Integendeel, het is een smalende – maar al bij al nog vrij milde – kritiek op zijn aanpak en zijn brochure.
20.02.1922 | LA NATION BELGE

Datzelfde weekend verschijnen nog meer commentaren in diverse kranten: ‘L’Indépendance belge’, ‘l’Etoile belge’, ‘Le Peuple’, ‘Le Soir’, ‘De Nieuwe Gazet’, ... In de meesten zit een duidelijke verwijzing naar – én vaak ook een afkeuring van – Leempoels’ pamflet. En wat ook hard zal aangekomen zijn, is dat een aantal kranten zijn ‘Destin et l’Humanité’ (een werk van dertig jaar eerder) ruimschoots meer aandacht geven dan zijn nieuwe werken.
20.02.1922 | L’ÉTOILE BELGE

20.02.1922 | GAZETTE DE CHARLEROI


‘l’Heure de promenade’, één van de werken die Leempoels in 1918 in de Hospice aan de Hoogstraat schilderde.
22.02.1922 | LA LIBRE BELGIQUE

22.02.1922 | LE PEUPLE

23.02.1922 | L’INDÉPENDANCE BELGE

24.02.1922 | LE SOIR

Men kan niet zeggen dat zijn vrienden en kennissen van de schrijvende pers geen moeite gedaan heeft om Jef Leempoels te helpen een van zijn werken in een museum te krijgen. In februari laat ‘l’Indépendance belge’ al een eerste keer een ballonnetje op om te checken of de staat ‘Le Destin’ zou willen aankopen. Of misschien een collectief van bemiddelde kunstminnaars die het dan aan de staat willen schenken.
25.02.1922 | L’INDÉPENDANCE BELGE

27.02.1922 | LE VINGTIÈME SIÈCLE

Uitgerekend op het ogenblik dat Leempoels op een pedestal gehesen wordt, kruipt in Oostende een Vlaams criticus in zijn pen. Karel Van de Woestijne, de drie jaar oudere broer van schilder Gustave van de Woestijne, schrijft voor de Nieuwe Rotterdamse Courant een vernietigend giftig artikel over Jef Leempoels.
HET ‘GEVAL’ KAREL VAN DE WOESTIJNE
Van Karel van de Woestijne, Gent, 10.03.1878 – Gent, 24.08.1929, vinden we de volgende beknopte biografie op https://schrijversgewijs.be/

Dichter, prozaschrijver, criticus en journalist.
Hij dweept in zijn jeugd met het anarchisme, maar omarmt later het christendom en wordt een haast mystiek dichter. Hij verkettert in zijn poëzie de vrouw, maar blijft zijn echtgenote levenslang trouw. In zijn verzen spreekt hij als een vermoeide, getormenteerde ziel, maar in de praktijk blijkt de dichter over een enorme werkkracht, zin voor humor en een grote sociale bewogenheid te beschikken.
Meer dan twintig jaar lang verslaat Van de Woestijne het politieke en culturele leven in Brussel als correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Daarnaast bouwt hij moeizaam een ambtenarencarrière uit, wordt enige tijd kabinetssecretaris van minister Jules Destreé en, in 1920 zonder enig diploma, hoogleraar aan de universiteit van Gent.
Zijn journalistieke werk voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) is, onder leiding van Ada Deprez, gebundeld in 15 afzonderlijke delen (publ. 1986-1995). Van de Woestijne schrijft over kunst, over tentoonstellingen, over veilingen, enz... In al die jaren is nergens een woord over Jef Leempoels terug te vinden... Tot 20 februari 1922, de dag waarop hij een vernietigend artikel schrijft dat 5 dagen later gepubliceerd wordt en eindigt met: ‘Leempoels is geen schilder: hij is een psychologisch geval.’.
Welk voorval heeft deze reactie van Van de Woestijne uitgelokt? Wat heeft Jef Leempoels gedaan om KVDW tegen hem in het harnas te jagen? In welk – persoonlijk – conflict zijn beide heren verzeild geraakt? Momenteel zijn dat vragen zonder afdoend antwoord. Het kan niet alleen de aandacht zijn die Leempoels krijgt. Of het pamflet. Of het over-de-schreef artikeltje in ‘le Soir’ dat hij aanhaalt.
Van de Woestijne heeft tussen 1907 en 1920 op verschillende plaatsen in Brussel gewoond, o.a. in Laken (De Vrièrestraat), maar ook in Elsene, waar Leempoels woonde. Beide mannen moeten elkaar – al dan niet vrijwillig – persoonlijk ontmoet hebben op diverse gelegenheden in Brussel.
Voor de oorlog heeft Van de Woestijne bij het Ministerie van Wetenschappen en Kunsten gewerkt en daarna een aantal jaren voor het ministerie van Onderwijs. Op 11 december 1919 wordt hij aangesteld tot Nederlandstalig kabinetssecretaris van Jules Destrée, de minister van Wetenschappen en Kunsten. Hij bekleedt die post zeker tot eind augustus 1920, wanneer hij aangesteld wordt als docent Nederlandse letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Gent.
Als secretaris van Destrée is hij ongetwijfeld op de hoogte van de ideeën van Leempoels om een volgsysteem voor kunstwerken op het getouw te zetten. Leempoels’ directe aanpak kennende, is hij zijn project ongetwijfeld persoonlijk gaan bepleiten op het kabinet. De kans is dan ook groot dat ze elkaar daar gezien en gesproken hebben. Is de VDW’s antipathie voor Leempoels dààr begonnen?
Jules Destrée is minister af op 24 oktober 1921, het ogenblik waarop de socialisten van de BWP de regering Carton de Wiart verlaten. Van de Woestijne betreurt dat en zet de verwezenlijkingen en verdiensten van Destrée nog eens even in de verf in een stuk dat in NRC gepubliceerd wordt op 29 januari 1922. In dat stuk verwijst hij ook een aantal keren naar Jef Leempoels en zijn ‘denkbeeld’, waar hij dus perfect van op de hoogte was
29.01.1922 | NIEUWE ROTTERDAMSCHE COURANT

Ook al laat Van de Woestijne in die laatste zin van dit stuk blijken dat hij Leempoels niet al te hoog inschat als kunstenaar, niets bereidt ons voor op de scheldpartij die minder dan een maand later drie kolommen breed uitgesmeerd wordt in NRC. Een artikel zonder voorgaande…

. . .

. . .

. . .

. . .

Bron: Karel van de Woestijne, Verzameld journalistiek werk. Deel 11.
Nieuwe Rotterdamsche Courant december 1921 - december 1922, pagina 136-143 (dbnl.org)

fragment uit het aantekenboekje 1921-1922 van KVDW, met vermelding van zijn bijdragen aan de NRC,
inclusief het stuk over Leempoels, gedateerd op 20 februari.
Op 1 maart bericht ‘De Nieuwe Gazet’ over een tentoonstelling van Albert Servaes in Brussel. Bij het lezen van het stukje, ondertekend door L.d.C., blijkt dat Leempoels toch weer om de hoek loert...
01.03.1922 | DE NIEUWE GAZET


De twee panelen buiten catalogus die LdC vermeldt, zijn twee delen van de ‘Statieweg van Luithagen’ die Servaes in 1919 maakte: ‘Statie 12 – Alles is volbracht’ en ‘Statie 14 - De Graflegging’
Het realistische karakter van de afbeeldingen, met dikke, zwarte lijnen, strookte niet met wat destijds gebruikelijk was en dat leidde tot ongemak en onrust. Het Vaticaan gaf uiteindelijk opdracht het werk uit het kerkje van Luithagen te verwijderen. In 1952 kwam de volledige terecht in de Abdij van Koningshoeven bij Tilburg, waar het sindsdien zijn plaats heeft gekregen in de kloostergangen.
Hij is spijtig genoeg niet te bezichtigen, maar goede afbeeldingen van alle 14 staties zijn te vinden op https://www.kruiswegstaties.nl/nl/albert-servaes/kruisweg-van-luithagen-1919/
Ook als een week later een tentoonstelling van Leon De Smet opent in de Waux-Hall, wordt in ‘de Standaard’ een link gelegd naar Jef Leempoels
10.03.1922 | DE STANDAARD

Op 3 maart 1922, overlijdt Maria Van Rompay, 81 jaar oud, weduwe van Louis Leempoels, moeder van Frans, Jef, Louise, Josephine, en Hélène.
07.03.1922 | LE SOIR - L’INDÉPENDANCE BELGE

Een week later, op 11 maart brengt het tijdschrift ‘Ons Land – In Woord en Beeld’ een artikel over Jef Leempoels. Het ‘woord’-gedeelte is voornamelijk een chronologische opsomming van zijn successen en zijn bekroningen (mogelijk grotendeels gekopieerd van het beruchte ‘pamflet’), maar het ‘beeld’-gedeelte, met liefst 7 afbeeldingen maakt veel goed.
11.03.1922 | ONS LAND – IN WOORD EN BEELD

We herkennen o.a. ‘Zelfportret’ (N.Y. 1907) - ‘De Groote Dreef’ - ‘En nu…’ - ‘De Naaisters in het Godshuis’ - ‘De Meeuwen’ - ‘In de processie’ - ‘In het Lof (O.L.V. ter Zege)
Jef Leempoels blijft intussen zijn idee voor een register van kunstwerken met hart en ziel verdedigen en houdt uiteraard ook zijn contacten aan de andere kant van de wereld op de hoogte van zijn plannen.
11.03.1922 | AMERICAN ART NEWS

In april gaat de Salon in Parijs van start en Jef Leempoels heeft ‘En nu… / Et Maintenant…’ ingestuurd, dat in Frankrijk onder de titel ‘Viellard belge parmi les ruïnes’ bekend wordt. Hij heeft op de Salon ook twee naakten, waaronder zijn ‘Courtisane’.
12.04.1922 | LE FIGARO

12.04.1922 | L’ŒUVRE

16.04.1922 | LE CRAPOUILLOT

26.04.1922 | LE JOURNAL DES ARTS

In augustus vindt in Gent opnieuw de driejaarlijkse salon plaats. Karel van de Woestijne noemt het in de NRC ‘Het driejaarlijksche salon’. Eind augustus wijdt hij er vier artikels aan. In de aanhef van het laatste stuk komt er nog een sneer naar ‘de ouderen’, in dit geval Gouweloos en Leempoels.
25.08.1922 | NIEUWE ROTTERDAMSCHE COURANT

Alhoewel, van de Woestijne staat niet alleen. In ‘Ons Volk Ontwaakt’ verschijnt op hetzelfde ogenblik een bijdrage van Isidoor van Beugem
27.08.1922 | ONS VOLK ONTWAAKT

In 1922 groef men op vijf verschillende militaire begraafplaatsen een kist op van een gesneuvelde Belgische militair van wie de naam en de graad onbekend waren. Op 10 november vroeg men een blinde oorlogsinvalide, Raymond Haesebrouck, om één van die vijf kisten aan te duiden. Die werd op 11 november met alle eer en in aanwezigheid van de koninklijke familie, bijgezet in een grafkelder aan de voet van de Congreskolom; dat wordt de laatste rustplaats van de ‘Onbekende Soldaat’.

‘Het is van geen belang te weten of hij burger, werkman of landbouwer, Vlaming of Waal is; wij brengen hem hulde omdat hij in onze ogen de blijvende eigenschappen van ons ras vertegenwoordigt, omdat hij een onaantastbaar symbool is van de verdediging van onze vrijheid en eenheid en onafhankelijkheid, en een waarborg voor het onsterfelijk bestaan van ons Vaderland.’
Albert I, Koning der Belgen

In 1922 was er op de benedenverdieping van een van de twee hoekpanden van de Koningsstraat en de Congresstraat een kunstgalerij. Volledig toevallig wordt daar op dat ogenblik Leempoels’ ‘Flandre et Wallonie, sœurs de douleur’ tentoongesteld.
Verschillende kranten maken daar dankbaar gebruik van om – nog maar eens – een pleidooi ten gunste van Jef Leempoels te houden, opdat zijn werk eindelijk ook in een Belgisch museum mag hangen.
24.11.1922 | LE JOURNAL DES ARTS

Voor de tweede keer dit jaar lanceert ‘l’Indépendance’ een oproep om Jef Leempoels een plaats te geven in een museum.
25.11.1922 | L’INDÉPENDANCE BELGE

Leempoels weet de hand van zijn goede vriend Gérard Hardy achter dit artikel en hij speelt dat spel uiteraard met enige voldoening mee…
05.12.1922 | LA NATION BELGE





Comments