top of page

1927

Updated: Feb 14

ree

Van Jef Leempoels weten we intussen dat hij zichzelf graag profileert als ‘Franstalige Vlaamse Brusselaar’ of ‘Franstalige Brusselse Vlaming’, maar altijd ‘Franstalig’ als eerste.

Zijn naam duikt dan ook regelmatig op in de verslagen over meetings van de ‘Amitiés françaises’ en de ‘Ligue nationale pour la Défense de la Langue française’, twee verenigingen met gelijklopende doelstellingen: de positie van het Frans in België verstevigen

Beide organisaties organiseren o.a. debatavonden waarbij de genodigde sprekers bijna altijd Fransen zijn. Eind februari is de eer aan Anatole de Monzie die tussen 1925 en 1940 verschillende ministerposten bekleedde in diverse regeringen. Als hij in januari 1927 in Brussel komt spreken over ‘mecenaat’, is hij al minister van financiën, van justitie, en van openbare werken geweest. En ook 6 maanden lang minister van ‘Schone Kunsten’.

27.01.1927   |   L’ÉTOILE BELGE

ree

 

 

Er zijn intussen zes jaar verstreken tussen de elfde brief aan Sander Pierron en deze laatste in de collectie van het Rijksarchief. Leempoels begroet Pierron in deze brief tweemaal met de letterreeks T∴ C∴ F∴, wat een maconnieke afkorting is voor ‘Très Cher Frère’.

Op zich is dat geen nieuws; we zullen in 1935, op de civiele rouwdienst voor Jef Leempoels, lezen dat Jean Dopchie - Vénérable Maître des Amis Philanthropes n°2, Grand Maître adjoint du GOB - een toespraak hield voor zijn overleden ‘frère-orateur’. Deze loge is een van de oudste en meest prestigieuze loges van Brussel. Onder impuls van o.a. Theodore Verhaegen lag zij aan de basis van de oprichting van de Vrije Universiteit Brussel, een instituut dat Leempoels een warm hart toedroeg.

De vraag is wel: wanneer werd Leempoels lid van de loge? Hij heeft die aanspreking in geen enkele eerdere brief gebruikt. Is hij misschien als lid voorgedragen door Sander Pierron?

27.03.1927   |   TWAALFDE BRIEF AAN SANDER PIERRON

ree

 

Het is even stil geweest rond de ideeën van Jef Leempoels om een gegevensbank voor kunstwerken op te stellen, maar ze zijn nog niet van tafel geveegd. In ‘Het Laatste Nieuws’ verschijnt een overzicht van ‘boeken en periodieken’, met daarin ook de inhoud van het NVKSB-maandblad.

 

02.04.1927   |   HET LAATSTE NIEUWS

ree

 

 

Twee weken lang is de ‘Galerie Le Roy’ aan de Grote Hertstraat gereserveerd voor het werk van Jef Leempoels. Karel Vande Woestijne heeft de onderstaande aankondiging in ‘Le Soir’ ook gelezen en met een rood potlood de eerste zes woorden omcirkeld.

30.03.1927   |   LE SOIR

ree

 

Wat opvalt in de meeste recensies, is dat er – ook bij ‘oude getrouwen’ – een duidelijke kentering ontstaan is.  De nieuwe, jongere generatie recensenten kijkt op een andere manier naar Leempoels’ werk en zet die mening ook vrank en vrij op papier. Een aantal van hen heeft er geen probleem mee om ‘de Meester’ behoorlijk tegen de haren in te strijken.

‘Le Soir’ kondigt de tentoonstelling van Leempoels nog groots aan; centraal op de voorpagina, mét de afbeelding van ‘Un Réquin’.

02.04.1927   |   LE SOIR

ree

 

In het begeleidende stukje van A.D. (Arthur De Rudder?) is de kritiek – dankzij tongue-in-cheek opmerkingen – nog vrij zacht.

ree
'la Médisance'
'la Médisance'

In ‘Le Vingtième Siècle’ neemt Albert Dasnoy daarentegen geen blad voor de mond…

04.04.1927   |   LE VINGTIÈME SIÈCLE

ree

 

En wat te denken van het subtiele cynisme van Charles Bernard in ‘La Nation Belge’?

07.04.1927   |   LA NATION BELGE

ree

Even ter duiding: de stukjes van Charles Bernard hebben de populariteit van ‘La Nation Belge’ sterk meebepaald. Zijn kennis en belezenheid waren voor veel lezers een bron van inspiratie. In zijn waterval van informatie verstopte hij altijd kleine pareltjes die bij de lezer een (mentale) zoektocht op gang bracht. Ook in bovenstaand stukje vinden we dat terug:

 

‘la peinture s'arréte à feu M. Charles Ooms’:

Karel Ooms (Dessel 1845 - Cannes 1900) was bekend voor zijn genrestukken en historische taferelen. Net als bv. Portaels had hij ook een voorliefde voor het oriëntaalse. Ooms overleed in 1900 en dat is voor Bernard – een groot voorstander van moderne kunst – meteen ook het moment dat alle andere kunstenaars hadden moeten stoppen met dit soort werk te produceren.

ree

      

‘la critique du cordonnier d'Appeles’

Weinigen verwijzen zo graag en zo accuraat naar de ‘klassieken’ als Charles Bernard (Bart De Wever even buiten beschouwing gelaten).

Apelles was ten tijde van Alexander de Grote een bekend schilder die zijn werken openbaar tentoonstelde. Op een dag uitte een schoenmaker kritiek op de manier waarop Apelles een sandaal had geschilderd. Apelles had dat gehoord en retoucheerde ‘s nachts het werk. De volgende dag merkte de schoenmaker trots op dat de schilder zijn opmerking ter harte had genomen. Maar dan begon hij te zeuren over de uitvoering van het been. Apelles stond op en riep de man toe: ‘Sutor, ne supra crepidam’. Letterlijk vertaald is dat ‘Schoenmaker, niet hoger dan de sandaal’ of zoals het spreekwoord zegt: ‘Schoenmaker blijf bij je leest’

 

‘du temps de Boïeldieu et d'Audran’

François-Adrien Boieldieu (1775-1834) was een Franse componist van voornamelijk opera’s. Hij was een meester in simpele melodieën zonder al te veel franje. Hector Berlioz noemde zijn muziek ‘smaakvolle en prettige Parijse elegantie’.

Achille Edmond Audran (1840-1901), ook een Franse componist, is nu vrijwel vergeten, maar had in zijn tijd internationaal succes met lichtvoetige, komische operettes.

Bernard gebruikt beide namen als metafoor voor ‘kunst’ om met een monkellachje op neer te kijken.

 

‘le paysage est pour M. Leempoels sorte de violon d'Ingres’
ree

De ‘viool van Ingres’ is een typische Franse uitdrukking. Het gaat uiteraard om Jean Ingres (1780-1867), de Franse schilder die vurig de academische waarden van het neoclassicisme verdedigde tegen de opkomende romantische stijl. Ingres was daarnaast ook een meer dan verdienstelijk violist, die af en toe meespeelde in grote orkesten. Naderhand werd ‘le violon d'Ingres’ de geijkte uitdrukking voor 'het met plezier beoefenen van een activiteit buiten je eigen kennisveld'.

 

N.B.: wie aan Man Ray dacht, zit natuurlijk ook goed: ‘Violon d’Ingres’ is de titel van de foto uit 1924 waarop hij zijn favoriete model, Kiki de Montparnasse, afbeeldt met twee getekende vioolgaten op haar rug. Inspiratie voor die pose vond Man Ray in het schilderij ’Bain turque’ van Ingres.

 

 

Émile Desprechins was 41 jaar lang de kunstcriticus van dienst bij ‘La Libre Belgique’. Hij schrijft recensies op een fluwelige toon, brengt argumenten zonder iemand te schofferen en laat de eindconclusie aan zijn lezers.

08.04.1927   |   LA LIBRE BELGIQUE 

ree

09.04.1927   |   LA MEUSE

ree

 

13.04.1927   |   LE JOURNAL DES ARTS

ree

 


ree

‘In cauda venenum’... als deze tentoonstelling uiteindelijk achter de rug is, dipt Karel van de Woestijne zijn pen nog eens in vitriool en neemt Jef Leempoels opnieuw onder vuur in een lang artikel voor de NRC.

Vijf jaar lang heeft hij gezwegen over Jef Leempoels, maar nu grijpt hij de net afgelopen tentoonstelling en een protestactie van jonge, net afgestuurde kunstenaars aan de Academie, aan om de ‘oude schilder’ nog eens duchtig op zijn plek te zetten.

Net als zijn stuk uit 1922 is dit ook duidelijk gebaseerd op algemeen bekende informatie, een stukje inside informatie en hier en daar ‘hearsay’, maar al bij al een taaltechnisch verbluffend stukje journalistiek.


15.04.1927   |   NIEUWE ROTTERDAMSCHE COURANT

ree

. . .

ree

 . . .

ree

 

Het afkraken van Jef Leempoels legt K.v.d.W. geen windeieren. Hij herwerkt het stuk voor ‘NRC’ een beetje, voegt er twee extra recensies aan toe - een over Jean Brusselmans en een over Frits van den Bergh – en hopla… hij heeft een nieuw stuk voor ‘Elseviers’. En passant zet hij zijn broer Gustave nog even in het zonnetje. We geven ook dat stuk integraal weer, om ook eens positieve kritiek van KvdW te lezen

22.04.1927   |   ELSEVIERS GEÏLLUSTREERD MAANDSCHRIFT

ree

. . .

ree

. . .

 

ree

 


Op 18 april brengen zowel ‘Het Laatste Nieuws’ als ‘l’Indépendance Belge’ nieuws over een ‘Bestendige Kunstgalerij / Galerie permanente des beaux-arts’ in het ‘Wereldpaleis / Palais Mondial’.  De gecombineerde info uit beide kranten geeft een idee waar het over gaat, wie het organiseert en waar het doorgaat.

18.04.1927   |   HET LAATSTE NIEUWS

ree

 18.04.1927   |   L’INDÉPENDANCE BELGE

ree

ree

Het ‘Mundaneum’ is ontstaan in 1910 op initiatief van Paul Otlet en Henri La Fontaine (de laureaat van de Nobelprijs voor de Vrede, 1913). Het had als doel alle kennis van de wereld in al zijn vormen (boeken, affiches, kranten, enz.) op één plaats samen te brengen in een gigantisch en innovatief ‘Universeel Bibliografisch Repertorium’. Sommigen noemen het vandaag een voorloper van ‘Google’ of ‘Wikipedia’ in het papieren tijdperk.

Tussen 1920 tot 1934, was het – onder de naam ‘Palais Mondial’ ondergebracht in een vleugel van het Jubelpark in Brussel. Het beschikte over diverse didactische zalen waarin o.a. een archief van twaalf miljoen platen en een 'Persmuseum' met 200.000 exemplaren van kranten uit de hele wereld gevestigd waren.

In 1927 kwamen daar drie zalen met kunstwerken bij. Hoe lang het initiatief met uitgeleende werken geduurd heeft, is niet helemaal duidelijk, want in 1934 sluit het Palais Mondial de deuren. Daarna verhuisde de collectie vrij frequent en in diverse samenstellingen. Tot in 1988, toen wat nog overbleef onderdak kreeg in het nieuw ‘Mundaneum’ in Mons. De archieven werden in 2013 ingeschreven op de UNESCO Werelderfgoedlijst voor documenten.

Meer info over het museum/archief is te vinden op http://www.mundaneum.org/ 

ree

Links: een foto van Otlet en La Fontaine bij de opening van het Palais.

Rechts: het Mundaneum werd in 2010 geëerd met een postzegel naar een ontwerp van François Schuiten.

 

 

Louis Dumont-Wilden is in Parijs en hij heeft tijd gemaakt om wat salons te bezoeken. Het is de man blijkbaar niet goed bevallen… Hij was beter bij zijn originele idee gebleven om een paar wandelingen in het park te maken.

07.05.1927   |   LA NATION BELGE

ree

Dumont- Wilden vergeet te vermelden welk werk van Leempoels hij  gezien heeft. Het is een paar weken geduld oefenen tot ‘La Meuse’ ons meer vertelt:

26.08.1927   |   LA MEUSE

ree

Het gaat dus om onderstaand werk, uit 1918. Leempoels maakte er in 1920 ook een – lichtjes kleinere – kopie van omdat zijn vrouw Georgette er ontzettend van hield

We hebben wel degelijk weet van een gravure, maar die is gerealiseerd door Emile Feltesse, de man die ook veel Franse bankbiljetten en postzegels in de jaren ’30 van vorige eeuw graveerde. Het is niet meteen duidelijk of het om dezelfde gravure gaat, of om een latere herdruk (omwille van het initiële succes).

ree
detail van de gravure
detail van de gravure

In de loop van mei publiceren zowat alle Brusselse kranten de aankondiging van de openbare verkoop van boeken en kunstwerken van wijlen Hippolyte Fierens-Gevaert, conservator van het ‘Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van België’ (1870-1926). Het is echter de NRC die een overzicht geeft van welke werken er verkocht worden. En jawel… Fierens-Gevaert had ook een Leempoels in huis hangen.

10.05.1927   |   LE SOIR

ree

 

Karel van de Woestijne rapporteert over deze verkoop in de NRC en noemt een aantal van de voornaamste kunstenaars uit de collectie van H.F-G.

10.05.1927   |   NIEUWE ROTTERDAMSCHE COURANT

ree

 

In Elsene overlijdt op 1 juli 1927 Jeanne De Potter, de moeder van Georgette en schoonmoeder van Jef. Vanaf 1923 staat in de Brusselse ‘almanach’ het adres van Louis Van Huele en zijn vrouw aan de Square Brugmann 25. Vandaag is dat de Place Georges Brugmann, één van de duurdere wijken van de hoofdstad, op 10 minuten wandelen van de Amerikaansestraat.

05.07.1927   |   LE SOIR

ree

Er staat wel ‘née Jeanne De Potter’, maar uit de huwelijksakte van Jef en Georgette, weten we dat haar echte voornamen ‘Antoinette Félicitée Mathilde’ zijn.

Pierre-André Farcy, bijgenaamd Andry-Farcy is in 1927 bijna 10 jaar directeur van het ‘Musée de Peinture et de Sculpture de Grenoble’. Hij maakt een werkreisje door België om indrukken op te doen. Op zijn laatste dag krijgt journalist ‘Fram.’ (nog een pseudoniem van Louis Piérard) de kans hem wat vragen te stellen. Het daaruit gedistilleerde verslagje eindigt met de volgende zinnen:

08.06.1927   |   LE PEUPLE

ree

Half juli brengt ‘De Volksstem’ een kort berichtje dat een nieuw project van Jef Leempoels toelicht.

14.07.1927   |   DE VOLKSSTEM

ree

 

Als de grote salons achter de rug zijn en de herfst in het land komt, beginnen de artiesten aan een trip langs kleinere zalen; het blijft ondanks alles een kwestie van gezien te worden. Jef Leempoels is ook van de partij, maar zijn aanwezig werk wordt niet met titel vermeld.

19.09.1927   |   LA MEUSE

ree

 

Van 13 tot 25 november heeft Leempoels de zaal ‘Fenix’ aan de Kouter in Gent voor zich alleen. De Brusselse kranten schijnen het gebeuren volledig te negeren, maar de Vlaamse pers is er als de kippen bij om nog eens hun mening te geven en ‘den ouden meester’ vakkundig te fileren.

17.11.1927   |   HET LAATSTE NIEUWS

ree
‘De Naaisters van het Godshuis’, één van de werken die Leempoels in 1918 maakte in de Hoogstraat in Brussel
‘De Naaisters van het Godshuis’, één van de werken die Leempoels in 1918 maakte in de Hoogstraat in Brussel

21.11.1927   |   DE STANDAARD

ree

03.12.1927   |   VOORUIT

ree

Dit stukje is niet ondertekend, maar andere, even venijnige kunstrecensies in ‘Vooruit’ dragen de signatuur van een zekere ‘R’ waarvan ik vermoed dat het Paul Rogghé zou kunnen zijn. Hij is geboren in 1904 en dus nog een jong, onstuimig veulen als hij bij Vooruit terecht komt. Het profiel matcht m.i. met de schrijfstijl.

Net zoals in onderstaand stukje over Herman Richir, die in zaal Fenix exposeert als Leempoels vertrokken is.

18.12.1927   |   VOORUIT

ree

21.12.1927   |   LE SOIR

ree

ree

De kalender waar ‘Le Soir’ naar verwijst, was bestemd voor de dealers van ‘McCormick–Deering’, de afdeling van ‘International Harvester’ die tractoren en landbouwmachines verkocht. Het werk heet ‘The Harvest’ en Leempoels heeft het op bestelling gemaakt. In zijn memorandum noteert hij 'in november-december 1926' (V085 in het overzicht van werken in 1926)

Leempoels zal twee jaar later voor McCormick ook de afbeelding op de kalender voor 1930 schilderen. Daarvoor mag hij dan op kosten van de opdrachtgever naar Noord-Afrika. Of dit ontwerp ook op locatie gemaakt is, of aan de verbeelding van de schilder ontsproten, is nergens vermeld.

Wie het werk voor de kalender van 1928 bekijkt, zal onwillekeurig denken aan ‘Korenoogst’ van Breugel. De kijker staat op een hoger zichtpunt en overschouwt het hele landschap: de werkers in de voorgrond, een dorpje in de achtergrond, een kerk/kasteel nog een eind verder, de bootjes op de rivier, de hooiwagen, ...

Het origineel van Breugel hangt in het ‘Metropolitan Museum’; het is dus best mogelijk dat de opdrachtgevers dit voor ogen hadden toen ze met Leempoels gingen overleggen; hij was toch de schilder die men regelmatig op hetzelfde niveau stelde als de oude Vlaamse meesters..

ree

1927 heeft ook minder goed nieuws in petto…

Op 21 en 22 november 2014 organiseerde ‘The Romantic Agony’, aan de Aquaductstraat in Brussel, een veiling van oude documenten, boeken en grafiek. Lot 455 was een hele reeks handgeschreven bieven, waaronder 13 stuks briefwisseling van Jef Leempoels aan diverse mensen.

Drie daarvan, de eerste gedateerd in februari 1927, de laatste in december, zijn gericht aan een niet nader genoemde arts. In die brieven stelt Jef Leempoels hem vragen over zijn gezondheid; meer specifiek wil hij weten hoe het met zijn hart gesteld is.

Bij zijn dood in 1935 wordt verwezen naar een ‘lang aanslepende hartkwaal’. Met het opduiken van deze brieven wordt dat ‘lang’ een beetje beter geduid. Het was waarschijnlijk al in de loop van 1926 of 1927 dat Leempoels problemen ondervond die nadere controle wenselijk maakten.


ree

Recent Posts

See All

Comments


​+     +     +     +     +     +    +     +

Een speciale vermelding is er voor Dr. Alfons Leempoels (1917-2024), Paula Leempoels en Staf De Keyser;
zij verdienen een hartelijke "dankuwel" voor hun bijdrage aan het tot stand komen van deze monografie.

+     +     +     +     +     +    +     +

Disclaimer:

To my best knowledge, all information and images used on this site are in the public domain or sourced from sites that grant researchers exemption from all royalties for the use in scientific and academic publications. If - despite my best intentions - you think you are entitled to certain rights, please inform me by e-mail. I will take appropriate action a.s.a.p.

​"Vers l'idéal" is intended for informational purposes only. While I strive for accuracy, I cannot guarantee that all content is completely up-to-date, correct or error-free. Please verify any information before relying on it.

bottom of page